Woordenlijst en Proefbank

Raadpleeg hier de verklarende woordenlijst en de iconen van de proefbank

Licentie

Via de sportschutterslicentie worden de wapens in België onderverdeeld in 5 categoriën, namelijk :

A – revolver
B – pistool
C – lang wapen met gladde loop
D – lang wapen met getrokken loop
E – zwartkruitwapens

Karabijn of geweer

Bij lange vuurwapens wordt er vaak gesproken over een geweer of een karabijn. De juiste beschrijving hiervan is de volgende. Een geweer is een schoudervuurwapen met een getrokken loop. Een karabijn is een kort, lichtgewicht geweer met een looplengte tot 56cm.

Lang of kort wapen

Een lang wapen is een wapen met een loop langer dan 30cm of met een totale lengte langer dan 60cm.

Een kort wapen is dus een wapen met een loop korter dan 30cm of met een totale lengte korter dan 60cm.

Een vuurwapen met een korte loop waarvan de totale lengte groter is dan 60cm is dus een lang vuurwapen.

Signaalpistolen e.d.

Vuurwapens ontworpen voor het geven van signalen, alarm en reddingsactiviteiten alsook voor het slachten van dieren, visserijharpoenen of bestemd voor industriële en technische doeleinden zijn ingedeeld bij de vrij verkrijgbare wapens indien de houder kan bewijzen dat hij deze wapens nodig heeft voor een in de wet opgesomde activiteit.

Indeling volgens mechanisme

Enkelschot.
Is een wapen waarbij één patroon per loop gekamerd kan worden en kan afgevuurd worden. Na afvuren dient patroon manueel verwijderd te worden en een nieuwe geplaatst te worden. Tweelopen zijn in principe enkelschotswapens.

Repeteerwapen.
Deze zijn onderverdeeld in de grendelkarabijnen, de leveractionwapens en de pompactiewapens. Een repeteerwapen vuurt de projectielen één per één af bij iedere druk op de trekker, doch de schutter dient het wapen manueel te herbewapenen met de grendel, de hefboom of de pomp.

Semi-automatisch of half-automatisch wapen.
Hiermee worden projectielen één voor één afgevuurd na een druk op de trekker. Na het afvuren van een projectiel wordt hetvolgende patroon automatisch gekamerd.

Automatisch wapen.
Is een verboden wapen in België. Met één druk op de trekker worden verschillende projectielen achter elkaar afgevuurd. Het wapen herlaad zich automatisch nadat er een projectiel is afgevuurd.

HFD wapens

Dit betreft vuurwapens met een historische, folkloristische of decoratieve waarde. Deze wapens zijn vrij verkrijgbaar onder bepaalde voorwaarden, namelijk

  • Vervaardigd voor 1895
  • Maken uitsluitend gebruik van patronen met zwart kruit en met ingewerkte ontsteking waarvan het model of brevet dateert van voor 1890 en de vervaardiging van voor 1945.
  • Die via de loopmond of via de voorkant van de trommel uitsluitend met zwart kruit of met patronen met zwart kruit en afzonderlijke ontsteking geladen worden waarvan het model of brevet dateert van voor 1890 en de vervaardiging van voor 1945.
  • Die worden gedragen bij folkloristische  optochten en/of historische reconstructies indien het gaat om schouder of handvuurwapens op zwart kruit met één schot en gladde loop en een afzonderlijke ontsteking door middel van een vuursteen of percussie die via de loopmond worden geladen.
  • Vuurwapens eigendom van een erkende vereniging die zich statutair omschreven bezighoud met activiteiten van historische folkloristische, traditionele of educatieve aard zonder enige vorm van sportschieten.

Nummering vuurwapens

Alle in België gefabriceerde of ingevoerde vuurwapens dienen ingeschreven te worden in het centraal wapenregister.

Hiervoor dienen zij een uniek identificatienummer te krijgen.

Dit nummer is dus een ander nummer dan het serienummer.

Wissen, manipuleren of onleesbaar maken van nummers is dan ook verboden.

Niet geregistreerde of genummerde vuurwapens mogen niet verhandeld, vervoerd, gedragen of opgeslagen worden.

Veiligheid

Indien we van vuurwapens gebruik maken dienen we uiteraard rekening te houden met verschillende veiligheidsregels.

Bijgevoegd dan ook enkele vuistregels die we steeds dienen toe te passen.

  • Behandel elk vuurwapen alsof het geladen is.
  • Hou het wapen altijd in een veilige richting.
  • Hou uw vinger van de trekker en benut de veiligheidspal.
  • Speel nooit met een vuurwapen.
  • Beoefen het laden en het ontladen van een nieuw wapen.
  • Laat nooit een wapen onbeheerd liggen.
  • Bewaar uw wapens en munitie apart.
  • Onderhoud uw wapens met regelmaat.
  • Bouw een bepaalde routine op in het hanteren van uw wapens en de munitie.
  • Draag op de schietbaan altijd gehoorbeschermers en een veiligheidsbril.
  • Combineer het schieten nooit met alcohol of andere roesverwekkende middelen.
  • Wijs medeschutters op eventueel onveilig gedrag.
  • Bewaar uw wapens en munitie achter slot en grendel.

Opslag

Indien u als particulier meerdere vuurwapens heeft, dient u uiteraard rekening te houden met het nieuwe KB wat betreft het opslaan van vergunningsplichtige wapens. Afhankelijk van het aantal wapens je hebt gelden er steeds strengere veiligheidsmaatregelen.

De 3 drempels zijn de volgende :

  • opslag van minder dan 6 vergunningsplichtige wapens.
  • opslag van minder dan 11 vergunningsplichtige wapens.
  • opslag van 11 of meer vergunningsplichtige wapens.

Veiligheidsmaatregelen die ten allen tiijde van toepassing zijn:

  • Wapens dienen ongeladen te worden opgeslagen.
  • Wapens en munitie dienen steeds buiten het bereik van kinderen te worden bewaard.
  • Wapens en munitie mogen niet ogenblikkelijk toegankelijk zijn.
  • Wapens en munitie moeten bewaard worden op een plaats die geen uiterlijk kenteken draagt dat er zich een wapen of munitie bevind.
  • Er mogen geen werktuigen voorhanden zijn die een inbraak kunnen vergemakkelijken.
  • Bij diefstal, of een poging hiertoe, van een vuurwapen, munitie, een los onderdeel, registers of vergunningen, dient onmiddellijk de politie en de gouverneur hiervan op de hoogte gebracht te worden.

De specifieke veiligheidsmaatregelen horende bij de 3 drempels zijn na te lezen in de wetgeving, die u eveneens op onze website terugvindt.

Vervoer

Particulieren mogen wapens onder strikte voorwaarden vervoeren. Bijgevoegd dan ook meer info hierover.

  • Wapen mag niet onmiddellijk bruikbaar zijn.
  • Wapen dient vervoert te worden in afgesloten handkoffer of andere verpakking, indien het wapen is uitgerust met een onafhankelijk mechanisme dat het vuren tijdelijk belet.
  • Indien men zich naar een ander land, binnen de Europese Unie begeeft met een geldige reden, dient men over een Europese vuurwapenpas te beschikken.

Verder gelden volgende specifieke regels:

  • Laders dienen ongevuld vervoerd te worden.
  • Het wapen mag niet in het zicht liggen in een voertuig.
  • De munitie moet veilig verpakt zijn.
  • Er mogen geen wapens of munitie in een onbewaakt voertuig achter gelaten worden.
  • Indien de verplaatsing met een ander voertuig gebeurt, of te voet dienen uiteraard gelijkaardige maatregelen te worden genomen.

Dracht

Om een wapen te mogen dragen is een wettige reden nodig.

Indien er een wettige reden is kan men dan ook een vergunning krijgen om een wapen te mogen dragen.

Met andere woorden, het is verboden om een wapen te dragen tenzij men hiervoor een reden heeft en een vergunning.

Indienen aanvraag

De aanvraag moet de volgende punten bevatten :

  • De identificatie van de aanvrager : naam, voornaam, nationaliteit, adres, plaats en datum van geboorte, indien het een rechtspersoon betreft, firmanaam van de vennootschap, de zetel en de identiteit van de zaakvoerder, voorzitter of CEO.
  • Beschrijving van het wapen : aard en kaliber.
  • Vermelding of het wapen in België wordt aangekocht of wordt ingevoerd.
  • Het adres waar het wapen voorhanden zal gehouden worden.
  • De redenen van de aanvraag.
  • Een medisch attest, zoals beschreven in de wapenwet.

Grondvoorwaarden vergunning

De voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen om een wapenvergunning toegekend te krijgen zijn de volgende :

  • Meerderjarig zijn.
  • Niet veroordeeld zijn als dader of medeplichtige wegens één van de misdrijven bedoeld in art. 5, $4, 1° tot 4° wapenwet.
  • Niet het voorwerp zijn geweest van een beslissing die een behandeling in een ziekenhuis beveelt, zoals bedoeld in de wet van 26 juni 1990 betreffende de persoon van de geestesziekte.
  • Niet geïnterneerd zijn geweest met toepassing van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschapij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele feiten.
  • Niet het voorwerp zijn van een lopende schorsing en niet het voorwerp geweest zijn van een intrekking met nog actuele redenen, van een vergunning tot het voorhanden hebben van of het dragen van een wapen.
  • Een medisch attest voorleggen dat bevestigd dat de aanvrager in staat is een wapen te manipuleren zonder gevaar voor zichzelf of voor derden.
  • Slagen voor een proef betreffende de kennis van de toepasselijke regelgeving en het hanteren van een vuurwapen, waarvan de modaliteiten worden bepaald door de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit.
  • Geen meerderjarig persoon samenwonend met de aanvrager verzet zich tegen de aanvraag.
  • Een wettige reden opgeven voor de verwerving en het voorhanden hebben van het betrokken wapen en de munitie :
    • jacht en faunabeheer
    • sportief en recreatief schieten
    • opstart verzameling
    • deelname historische, folkloristische, culturele of wetenschappelijke activiteiten
    • risico activiteit (strenge voorwaarden)
    • persoonlijke verdediging (zeer strenge voorwaarden)

Uitlenen vergunningsplichtig wapen

Volgens de nieuwe wapenwet kunnen er vergunningsplichtige wapens uitgeleend worden.

Hieraan zijn uiteraard voorwaarden verbonden, namelijk.

De ontlener moet kunnen bewijzen dat hij het ontleende type wapen voorhanden mag hebben (voorbeeld vergunning of sportschutterslicentie).

De man of vrouw die het wapen leent moet eveneens kunnen bewijzen het wapen te mogen lenen (voorbeeld sportschutterslicentie of jachtverlof).

Dit betekent dus dat sportschutters en jagers op basis van geldige documenten wapens kunnen lenen die voldoen aan hun geldige documenten.

Uiteraard dienen hier documenten voor opgesteld te worden.

Op deze documenten dienen de gegevens van de lener en de ontlener vermeld te staan.

Er dient een kopie van de vergunning van de wapens bijgevoegd te worden.

De lener dient de nodige documenten bij te hebben zodanig hij kan bewijzen het wapen wel te mogen bijhebben en te gebruiken.

Het document dient ondertekend en gedateerd te worden.

Er dient eveneens een reden op te staan, voorbeeld : schieten in schietclub X op datum Y.

Het wapen mag eveneens niet langer dan nodig ontleend worden.

Uiteraard mogen er in één maal meerdere wapens ontleend of geleend worden.

Europese vuurwapenpas

Een jager of sportschutter die geregeld zijn hobby gaat uitoefenen in een ander Europees land dan zijn thuisland dienen hiervoor een Europese vuurwapenpas aan te vragen.

Uiteraard kan op een Europese vuurwapenpas enkel wapens vermeld worden waarvoor een geldige vergunning is uitgereikt.

Verder dient men op te letten of het wapen dat men wenst mee te nemen naar het gastland daar in kwestie niet verboden is.

Sommige lidstaten eisen eveneens voor sommige wapens toch een vergunning.

Best dan ook steeds te informeren alvorens af te reizen.

De Europese vuurwapenpas is alzo o.a. niet bruikbaar in het Verenigd Koninkrijk.

Jachtverlof

In de wet van 8 juni 2006 was aanvankelijk voorzien dat de houders van een jachtverlof de ‘lange wapens ontworpen voor de jacht’ voorhanden konden hebben via hun jachtverlof.

Noch in de wettekst zelf, noch in de parlementaire voorbereiding werd verduidelijkt uit welke elementen kan blijken dat een wapen ontworpen is voor de jacht.

In de memoire van toelichting was te lezen dat de jagers onder het uitzonderingsregime enkel wapens voorhanden mogen hebben van ’types die specifiek zijn ontworpen voor hun activiteiten’.

Deze bepaling gaf aanleiding tot discussie.

Om deze reden werd de wapenwet aangepast in juli 2008.

Voortaan kunnen jagers de lange wapens voorhanden hebben die toegestaan zijn voor de jacht ‘daar waar hun jachtverlof’ geldig is.

Hoewel de nieuwe formulering duidelijkheid brengt, zal het in de praktijk niet altijd even gemakkelijk zijn om uit te maken welke wapens toegestaan zijn voor de jacht daar waar het jachtverlof geldig is.

In België zijn de Gewesten bevoegd inzake de jacht.

Er dient dus gekeken te worden naar de toepasselijke regelgeving in het gewest dat het jachtverlof heeft uitgereikt.

Hierna bespreken we de regelgeving die in de verschillende gewesten van toepassing is.

Vlaams Gewest.

De wapens toegelaten voor de jacht worden bepaald door het besluit van de Vlaamse regering van 28 oktober 1987, betreffende het gebruik van vuurwapens en munitie bij de jacht in het Vlaamse Gewest.

De volgende vuurwapens en middelen zijn verboden :

  • Semi automatische geweren waarvan het magazijn meer dan twee patronen kan bevatten.
  • Geweren, voorzien van kunstmatige lichtbronnen en voorzieningen om de prooi te verlichten.
  • Geweren, voorzien van een vizier met beeldomzetter of een elektronische beeldversterker of elk ander instrument om ’s nachts te schieten.
  • Geweren, voorzien van een geluidsdemper.
  • Pistolen, automatische pistolen, machinepistolen en revolvers.
  • Machinegeweren.

Alleen de volgende geweren mogen worden gebruikt :

  • Geweren met een gladde loop van tenminste het kaliber 24 en ten hoogste 12.
  • Geweren met getrokken loop met een nominaal kaliber van minstens .22 Engelse duim of 5,6mm.
  • Geweren met gladde en getrokken loop die elk beantwoorden aan de in dit artikel gestelde grenzen voor een gladde respectievelijk getrokken loop.

Ook de te gebruiken munitie is gereglementeerd naargelang het bejaagde wild :

  • Voor Jacht op grof wild :
    • Voor reewild (sluipjacht en kanseljacht) : kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de normale trefenergie minstens 980 joule op 100m afstand van de loopmond bedraagt.
    • Voor overig grof wild (hert, everzwijn, mouflon, damhert) : kogelpatronen voor getrokken loop met een nominaal kaliber, uitgedrukt of omgerekend in millimeter niet kleiner dan 6,5mm en waarvan de normale trefenergie bovendien minstens 2.200 joule op 100m afstand van de loopmond bedraagt.
    • Voor alle grof wild : voor de drijfjacht op grof wild zijn kogelpatronen voor gladde loop die vervormen van het kaliber 20, 16 en 12 evneens toegestaan.
  • Jacht op klein wild, waterwild : hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een doorsnede van 4mm niet overschrijdt.
  • Jacht op overig wild : hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een doorsnede van 4mm niet overschrijdt of kogelpatronen.

Het gebruik van randvuurkogelpatronen, fosfor- of lichtspoorkogels, patronen met een volmantel en kogels die niet vervormen bij het treffen is steeds verboden.

Derhalve is een karabijn dat uitsluitend .22 patronen verschiet niet toegestaan voor de jacht in Vlaanderen.

Waals Gewest.

De wapens toegestaan voor de jacht in het Waals Gewest worden vastgelegd in een besluit van 22 september 2005 genomen door de Waalse Gewestregering.

De volgende vuurwapens of middelen zijn verboden voor de jacht in het Waals gewest :

  • Automatische vuurwapens.
  • Semi-automatische wapens met een magazijn of lader die meer dan 2 patronen kan bevatten.
  • Wapens voorzien van een actieve lichtbron of van middelen om het doel te verlichten.
  • Wapens voorzien van een nachtkijker, beeldversterker of enig ander middel om ’s nachts te kunnen schieten.
  • Wapens uitgerust met een geluidsdemper.

Alleen volgende vuurwapens mogen worden gebruikt voor de jacht in het Waalse gewest :

  • Geweren met één of meerdere gladde lopen met een kaliber van minimum in kaliber 8, 10, 12, 16, 20, 24, 28, 32 en 36 of 410.
  • Karabijnen met één of meerdere getrokken lopen met een nominaal kaliber van minstens .22 duim of 5,58mm.
  • Geweren met getrokken en/of gladde lopen die voldoen aan de twee criteria hierboven vermeld.

Ook de te gebruiken munitie is gereglementeerd naargelang van de aard van het bejaagde wild :

  • Voor groot wild geldt dat de munitie een kaliber van minstens 6,5mm moet hebben op een afstand van 100m van de loopmonding een kinetische energie van minstens 2.200 joule moet ontwikkelen. Voor geweer met gladde loop zijn ook projectielen die vervormen bij impact van kaliber 12, 16 of 20 toegelaten. Voor reewild zijn ook projectielen toegelaten waarvan het kaliber minstens .22 Engelse duim of 5,58mm bedraagt en die op een afstand van 100m vanaf de loopmonding een kinetische energie van minstens 980 joule ontwikkelen.
  • Jacht op klein wild of waterwild : hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een doorsnede van 3,5mm niet overschrijdt.
  • Jacht op overig wild :
    • Hagelpatronen waarbij de diameter van de projectielen ten hoogste 4mm bedraagt.
    • Projectielen die in een geweer of een karabijn worden verschoten.

Het is bovendien steeds verboden om de volgende munitie te gebruiken als een karabijn gebruikt wordt :

  • Militaire projectielen, waaronder fosfor- of lichtspoorkoepels.
  • Volmantelpatronen.
  • Projectielen die niet vervormen bij impact.