Jachtverlof
In de wet van 8 juni 2006 was aanvankelijk voorzien dat de houders van een jachtverlof de ‘lange wapens ontworpen voor de jacht’ voorhanden konden hebben via hun jachtverlof.
Noch in de wettekst zelf, noch in de parlementaire voorbereiding werd verduidelijkt uit welke elementen kan blijken dat een wapen ontworpen is voor de jacht.
In de memoire van toelichting was te lezen dat de jagers onder het uitzonderingsregime enkel wapens voorhanden mogen hebben van ’types die specifiek zijn ontworpen voor hun activiteiten’.
Deze bepaling gaf aanleiding tot discussie.
Om deze reden werd de wapenwet aangepast in juli 2008.
Voortaan kunnen jagers de lange wapens voorhanden hebben die toegestaan zijn voor de jacht ‘daar waar hun jachtverlof’ geldig is.
Hoewel de nieuwe formulering duidelijkheid brengt, zal het in de praktijk niet altijd even gemakkelijk zijn om uit te maken welke wapens toegestaan zijn voor de jacht daar waar het jachtverlof geldig is.
In België zijn de Gewesten bevoegd inzake de jacht.
Er dient dus gekeken te worden naar de toepasselijke regelgeving in het gewest dat het jachtverlof heeft uitgereikt.
Hierna bespreken we de regelgeving die in de verschillende gewesten van toepassing is.
Vlaams Gewest.
De wapens toegelaten voor de jacht worden bepaald door het besluit van de Vlaamse regering van 28 oktober 1987, betreffende het gebruik van vuurwapens en munitie bij de jacht in het Vlaamse Gewest.
De volgende vuurwapens en middelen zijn verboden :
- Semi automatische geweren waarvan het magazijn meer dan twee patronen kan bevatten.
- Geweren, voorzien van kunstmatige lichtbronnen en voorzieningen om de prooi te verlichten.
- Geweren, voorzien van een vizier met beeldomzetter of een elektronische beeldversterker of elk ander instrument om ’s nachts te schieten.
- Geweren, voorzien van een geluidsdemper.
- Pistolen, automatische pistolen, machinepistolen en revolvers.
- Machinegeweren.
Alleen de volgende geweren mogen worden gebruikt :
- Geweren met een gladde loop van tenminste het kaliber 24 en ten hoogste 12.
- Geweren met getrokken loop met een nominaal kaliber van minstens .22 Engelse duim of 5,6mm.
- Geweren met gladde en getrokken loop die elk beantwoorden aan de in dit artikel gestelde grenzen voor een gladde respectievelijk getrokken loop.
Ook de te gebruiken munitie is gereglementeerd naargelang het bejaagde wild :
- Voor Jacht op grof wild :
- Voor reewild (sluipjacht en kanseljacht) : kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de normale trefenergie minstens 980 joule op 100m afstand van de loopmond bedraagt.
- Voor overig grof wild (hert, everzwijn, mouflon, damhert) : kogelpatronen voor getrokken loop met een nominaal kaliber, uitgedrukt of omgerekend in millimeter niet kleiner dan 6,5mm en waarvan de normale trefenergie bovendien minstens 2.200 joule op 100m afstand van de loopmond bedraagt.
- Voor alle grof wild : voor de drijfjacht op grof wild zijn kogelpatronen voor gladde loop die vervormen van het kaliber 20, 16 en 12 evneens toegestaan.
- Jacht op klein wild, waterwild : hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een doorsnede van 4mm niet overschrijdt.
- Jacht op overig wild : hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een doorsnede van 4mm niet overschrijdt of kogelpatronen.
Het gebruik van randvuurkogelpatronen, fosfor- of lichtspoorkogels, patronen met een volmantel en kogels die niet vervormen bij het treffen is steeds verboden.
Derhalve is een karabijn dat uitsluitend .22 patronen verschiet niet toegestaan voor de jacht in Vlaanderen.
Waals Gewest.
De wapens toegestaan voor de jacht in het Waals Gewest worden vastgelegd in een besluit van 22 september 2005 genomen door de Waalse Gewestregering.
De volgende vuurwapens of middelen zijn verboden voor de jacht in het Waals gewest :
- Automatische vuurwapens.
- Semi-automatische wapens met een magazijn of lader die meer dan 2 patronen kan bevatten.
- Wapens voorzien van een actieve lichtbron of van middelen om het doel te verlichten.
- Wapens voorzien van een nachtkijker, beeldversterker of enig ander middel om ’s nachts te kunnen schieten.
- Wapens uitgerust met een geluidsdemper.
Alleen volgende vuurwapens mogen worden gebruikt voor de jacht in het Waalse gewest :
- Geweren met één of meerdere gladde lopen met een kaliber van minimum in kaliber 8, 10, 12, 16, 20, 24, 28, 32 en 36 of 410.
- Karabijnen met één of meerdere getrokken lopen met een nominaal kaliber van minstens .22 duim of 5,58mm.
- Geweren met getrokken en/of gladde lopen die voldoen aan de twee criteria hierboven vermeld.
Ook de te gebruiken munitie is gereglementeerd naargelang van de aard van het bejaagde wild :
- Voor groot wild geldt dat de munitie een kaliber van minstens 6,5mm moet hebben op een afstand van 100m van de loopmonding een kinetische energie van minstens 2.200 joule moet ontwikkelen. Voor geweer met gladde loop zijn ook projectielen die vervormen bij impact van kaliber 12, 16 of 20 toegelaten. Voor reewild zijn ook projectielen toegelaten waarvan het kaliber minstens .22 Engelse duim of 5,58mm bedraagt en die op een afstand van 100m vanaf de loopmonding een kinetische energie van minstens 980 joule ontwikkelen.
- Jacht op klein wild of waterwild : hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een doorsnede van 3,5mm niet overschrijdt.
- Jacht op overig wild :
- Hagelpatronen waarbij de diameter van de projectielen ten hoogste 4mm bedraagt.
- Projectielen die in een geweer of een karabijn worden verschoten.
Het is bovendien steeds verboden om de volgende munitie te gebruiken als een karabijn gebruikt wordt :
- Militaire projectielen, waaronder fosfor- of lichtspoorkoepels.
- Volmantelpatronen.
- Projectielen die niet vervormen bij impact.